Bloedgroepen bij katten/kittens


Wij mensen hebben 4 verschillende bloedgroepen A, B, AB en O. Bij de kat zijn dat er 2 met 1 uitzondering; bloedgroep A en B, heel zelden zien we een combinatie van deze 2 bloedgroepen AB. Er is overigens toeval dat er bij de bloedgroepen van de mensen en de katten dezelfde letters worden gebruikt. De bloedgroepsystemen hebben namelijk in feite niks met elkaar te maken. 
"Bloedgroepen" zijn erfelijke eigenschappen van de rode bloedcellen.
Een groot deel van de katten hebben bloedgroep A, maar bij bepaalde rassen kunnen de katten ook bloedgroep B hebben zoals bij de Brits korthaar, Devon Rex en Cornish Rex. Het is belangrijk om te weten welke bloedgroep je kat heeft als je met de kat gaat fokken (vooral bij de raskatten). Maar dit kan bijvoorbeeld ook handig zijn als het dier een bloedtransfusie nodig heeft. 

Wat is het gevaar bij het fokken????
Een kat met bloedgroep A heeft/maakt antilichamen tegen de andere bloedgroep dus bloedgroep B. Dit geld ook anders om, een kat met bloedgroep B maakt antilichamen tegen bloedgroep A. Ze kunnen deze antilichamen snel aanmaken als er bloed-bloed contact is. Er is ook gebleken dat een kat met bloedgroep B juist veel meer natuurlijke antilichamen heeft tegen Bloedgroep A En dat bloedgroep A weinig natuurlijke antilichamen heeft tegen bloedgroep B. Verder blijkt dat bloedgroep A dominant is over bloedgroep B. Het gevaar bij het fokken van een nestje kittens zit met name in kittens met bloedgroep A en moeders met bloedgroep B. (bloedgroep B maakt namelijk veel antilichamen tegen bloedgroep A)

Wat gaat er fout en waardoor??
Als een poes met bloedgroep B kittens krijgt met bloedgroep A, lopen deze kittens gevaar door overdracht van anti A-antilichamen die de moeder uitscheid via de eerste moedermelk (biest) die de kittens horen te drinken. Deze overdracht van antilichamen via de melk is normaal van levensbelang, zodat de kittens antilichamen opbouwen tegen infectieziektes (kattenziekte en niesziekte). Maar voor kittens met bloedgroep A en de moederpoes met bloedgroep B kan het voor de kittens dodelijk zijn. De anti A-antilichamen hechten zich aan de rode bloedcellen van de kittens met bloedgroep A en breken deze rode bloedcellen af. Dit afbreken van bloedcellen wordt “Haemolyse” genoemd. Ook wordt deze aandoening of wat hier gebeurt FNI genoemd, F= van Feline (kat), N= van Neonatale (=pasgeborene), I= van Isoerythrolyse (= afbraak van gelijksoortige cellen). Bij een moederpoes met bloedgroep A die kittens krijgt met bloedgroep B is de risico veel kleiner bij het eerste nest. Maar bij een volgende nest kan de moederpoes wel mogelijk veel antilichamen maken tegen bloedgroep B cellen.

De Symptomen
De symptomen komen voor bij de kittens en ontwikkelen zich meestal in de eerste uren na de geboorte tot dagen in de eerste week. De darmwand laat de eerste 24 tot 48 uur de antilichamen door die de kitten via de melk binnen krijgt. Na deze 2 dagen is de darmwand niet meer doorlaatbaar voor antilichamen. Door de afbraak van de rode bloedcellen worden kittens ernstig ziek. Sommige kittens sterven plotseling zonder duidelijke symptomen.
Maar symptomen kunnen zijn
-         Algehele zwakte
-         Anorexie (stoppen met drinken)
-         Moeilijke ademhaling
-         Geelzucht
-         Rode tot bruine urine
-         Bloedarmoede (bleke slijmvliezen)
-         En krampen 

Bloedgroeptesten:
Het is dus van belang om de bloedgroep te weten van de kater en de poes voorafgaand aan het fokken van een nestje kittens. Vooral als het gaat om rassen waarbij frequenter bloedgroep B voorkomt. Risico kittens moeten 24 tot 72 uur met kunstmelk worden gevoed of bij een adoptie moeder worden aangelegd met dezelfde bloedgroep als de kittens. Daarna kunnen ze weer bij hun biologische moeder drinken, omdat de overdracht van de antilichamen dan niet meer plaatsvindt. Voor testen vooraf gaande dekking is het niet van belang hoelang het duurt tot wanneer je de uitslag krijgt. Maar als je een bijv. Een bloedtransfusie nodig heb is het wel handig dat je weet welke bloedgroep je kat heb. Tegenwoordig zijn er zeer betrouwbare sneltesten te verkrijgen.

Erfelijkheid:
Zoals er al eerder is geschreven hierboven is bloedgroep A dominant over bloedgroep B. In genetica worden dominant genen met Hoofdletter geschreven en recessieve genen worden met de kleine letters weergegeven. Ieder kat krijgt 1 gen van hun moeder mee en 1 gen van hun vader. Dit samen vormt het dus een genenpaar. Dus bij een kat met bloedgroep A is de genotype AA of Ab en een kat met bloedgroep B heeft het genotype bb. Hieronder een paar voorbeelden wat voor bloedgroepen de kittens kunnen krijgen met verschillende kruisingen van bloedgroep ouders. 

  1. Poes met bloedgroep A (AA of Ab) X Kater met bloedgroep A (AA of AB)

- Poes AA x Kater AA=  kittens 100% AA, en lopen geen gevaar (kittens hebben bloedgroep A)
- Poes AA x Kater Ab= kittens 50% AA, 50% kittens met Ab en deze kittens lopen ook geen gevaar (kittens hebben bloedgroep A)
- Poes Ab x Kater AA= kittens 50% AA, 50% kitten met Ab, deze kittens lopen geen gevaar(kittens hebben bloedgroep A). - Poes Ab x Kater Ab= kittens 25% AA (=bloedgroep A), kittens 25% Ab (bloedgroep A), kittens 50% bb (bloedgroep B) kittens lopen eventueel gevaar, als het geen eerste nestje is, kittens met bloedgroep A lopen geen gevaar 
2.  Poes met bloedgroep A (AA of Ab) x Kater met bloedgroep B (bb)
- Poes AA x Kater bb= kittens 100% Ab (=bloedgroep A), kittens lopen geen gevaar. -         Poes Ab x Kater bb=50% kittens Ab(=bloedgroep A), 50% kittens bb (=bloedgroep B) kittens met bloedgroep B kunnen eventueel gevaar lopen, maar niet als ze de eerste dagen met kunstmelk gevoed worden. 
3. Poes met bloedgroep B (bb) x Kater met bloedgroep A (AA of Ab)
- Poes bb x KaterAA= Kittens 100% bloedgroep A, de kittens zullen gevaar lopen -         Poes bb x Kater Ab= kittens 50% Ab (=bloedgroep A), 50% bb (= bloedgroep B) kittens met Ab zullen gevaar lopen, kittens met bb lopen GEEN gevaar.
4. Poes met bloedgroep B (bb) x Kater met bloedgroep B (bb)
- Poes bb x Kater bb= kittens 100% bloedgroep B. De kittens lopen geen gevaar

Conclusies van de voorbeelden

  1. Bij de eerste nestje kunnen we dus vrijwel zonder risico de Kater en Poes kruisen met beide bloedgroep A.
  2. Er zal nooit een probleem optreden als we een Kater met bloedgroep B kruisen met een Poes met bloedgroep B
  3. Er zullen altijd problemen kunnen optreden als we een Poes met bloedgroep B kruisen met een Kater met bloedgroep A.
  4. Bij kruisingen met Poes bloedgroep A x Kater bloedgroep A en Poes Bloedgroep A x Kater bloedgroep B lopen enigszins risico.