Test informatie

De Motto van onze cattery is: dat Gezondheid en Verzorging hoog in het vaandel staat. En om een gezond kitten op de wereld te brengen, hoort er ook bij dat je, je katten test op bepaalde erfelijke ziektes.

In mijn Cattery worden mijn katten getest op: HCM DNA 1, 2 en 3 PKD DNA SMA DNA PL FeLV en FIV Bloedgroepen PKdef PRA HCM & PKD via echo Ik vind de HCM 2 test, ook een belangrijke test die nodig is bij de Maine Coon ookal wordt er gezegd dat het niet voorkomt bij de maine coons. Jillz is drager van het HCM 2 gen dus daarom ook gelijk uitgesloten voor de fok. En daarom vind ik het wel een goede test om uit te laten voeren. Wij fokken alleen qua erfelijke afwijkingen die hierboven wordt genoemd met dna N/N en negatief bevonden dieren. Omdat wij afhankelijk zijn van buitendekkingen kunnen wij niet verwachten dat dekkater precies dezelfde testen heeft ondergaan als onze poezen in onze cattery. Wel zorgen wij dat de combinaties die we maken, dat de meeste voorkomende testen wel zijn uitgevoerd bij de dekkater.(FIV/FeLV, HCM, PKD DNA en Echo, PL, SMA, PKdef) Ook vinden wij karakter heel erg belangrijk en kijken we naar de min en plus punten van beide katten zodat die elkaar kunnen versterken om zo aan het rasstandaard van de maine coon te voldoen.  

Helaas... Ook al zijn de ouder dieren negatief getest op PL, HCM, PKD, PKdef, PRA en SMA is dit geen garantie dat het kitten uit negatieve ouders de eerdere genoemde erfelijke aandoeningen niet kan krijgen. Elke beschikbare test kan alleen maar testen op een specifieke vorm van een aandoening bijv. HCM. Net als bij de mens kan HCM door diverse genen veroorzaakt worden in combinatie met nog onbekende factoren. Een voorbeeld: Er zijn 3 verschillende HCM mutaties die met een DNA test aan getoont kunnen worden bij de kat. Maar een kat/kitten kan alsnog HCM krijgen, van een mutatie waar een onbekende factor aangekoppeld is en waarvoor er nog geen (DNA) test voor is/bestaat.

Zie hier de uitleg over verschillende testen:
HCM= Hypertrofische Cardiomyopathie
Hypertrofische Cardiomyopathie betekent letterlijk ziekte van de hartspier. Bij de hypertrofische cardiomyopathie zie je een sterk verdikte wand van de linker kamer van het hart en ook van de wand tussen beide kamers. Daardoor  wordt de wand van de linker kamer steeds 'stijver' waardoor deze zich niet voldoende kan vullen. Bovendien wordt het volume van de linkerkamer steeds kleiner, met als gevolg dat minder bloed rondgepompt wordt en de ruimte in de linkerboezem vergroot. Daardoor bestaat de kans op bloedstolsels in de verwijde linker boezem die vervolgens in de aorta kunnen komen en trombose in de slagaders van de achterpoten veroorzaken. Het gevolg is koude achterpoten of zelfs verlammingen. Tevens wordt bij HCM een goede beweging van de hartkleppen belemmerd, waardoor de hartfunctie alleen maar verder achteruit gaat.
Er zijn tot nu toe 3 bekende soorten DNA, HCM testen:
- HCM1 is een mutatie A31P (MyBPC3)
- HCM2 is een mutatie A74T
- HCM3 is ook een mutatie
Als 1 van de testen uitwijst dat de kat drager of lijder is, vindt ik dat die kat uitgesloten moet worden voor de fok.

Behandeling van cardiomyopathie - Vochtafdrijvers (plaspillen) - Middelen die de hartwerking verbeteren: deze verlagen de bloeddruk, waardoor het hart tegen een minder grote weerstand op hoeft te pompen. - Kat binnenhouden - Stress vermijden - Overgewicht voorkomen, omdat het hart het dan alleen maar moeilijker krijgt - Aangepaste voeding - Katten met trombose van de slagaders naar de achterpoten kun je bloedverdunners geven, maar de prognose is erg slecht. Er is geen genezing mogelijk, maar met medicijnen kunnen HCM katten soms nog wel 6 jaar of langer leven.

PKD is een afkorting voor Polycysystic Kidney Disease, een erfelijke afwijking die bestaat uit cysten in de nieren. Deze cysten zijn met vocht gevulde blaasjes. Naarmate deze blaasjes groeien zullen zij het functioneren van de nieren bemoeilijken en uiteindelijk leiden tot chronische(blijvende) nierfalen. Dit kan voor ernstige problemen zorgen en uiteindelijk de dood betekenen.   Beiden testen kunnen worden uitgevoerd door middel van een echografisch onderzoek en via DNA. Bij HCM wordt dan de dikte van de hartspier gemeten en bij PKD wordt er gekeken of er cysten te zien zijn in de nieren. Omdat beiden afwijkingen door een echografisch onderzoek kunnen worden aangetoond doet men deze testen in een keer.

SMA= spinale musculaire atrofie): afsterven van zenuwcellen, die spieren aansturen. SMA is een aandoening waarbij er zenuwcellen afsterven, die de skeletspieren aansturen. Hierdoor ontstaat er een spierzwakte die bij kittens van 3 a 4 maanden al zichtbaar kan zijn, de kittens gaan dan moeilijker lopen en krijgen moeite met springen.  Je moet er wel op letten dat je de aandoening niet verwart met verstuiking door het ruige speelgedrag van de kitten. Hierbij kunt u letten op dat een verstuiking pijn doet en er bij de aandoening geen sprake is van pijn. De kat kan de aandoening hebben zonder dat u het door heeft. Door middel van een DNA-onderzoek kan duidelijk worden of de kat lijder, drager of vrij van SMA is. Kijk voor meer informatie over SMA op de rasclubmainecoon.nl

PL= Patella Luxatie Patella luxatie betekend dat de knieschijf uit de kom luxeerd, dit kan zowel naar de binnenkant als naar de buitenkant De knieschijf ligt tussen 2 gleuven, als 1 of beide gleuven te laag zijn kan de knieschijf er naast gaan liggen. Als de knieschijf tussen de gleuven blijft liggen en de D'arts krijgt hem niet van zijn plaats doormiddel de protocol die ze volgen voor een PL onderzoek, dan is de poes/kater VRIJ Als een kater/poes PL heeft, kunnen er verschillende oorzaken voor zijn, het kan komen door een trauma doordat de kat bijvoorbeeld is gevallen of het is vererft dit betekend dat het kitten het heeft gekregen van ouders of voorouders. 
Patella luxatie zijn er in vier gradaties:
- Graad 1: de patella is door druk uit de gleuf te bewegen en springt vanzelf weer terug.
- Graad 2: als graad 1, maar luxeert ook af en toe spontaan.
- Graad 3 : de patella zit permanent naast de gleuf, maar is nog wel op zijn plek terug te duwen.
- Graad 4: als graad 3, maar is nu niet meer tot in de gleuf terug te duwen.
Als een dierenarts twijfelt wordt u doorverwezen of adviseer ik naar een othopeed te gaan. Behandeling bestaat in die gevallen waar het dier er klinisch last van heeft, uit operatieve correctie van de scheve positie van de verschillende structuren door een othopeed.

Felv = Leukemie Felv is een virus die kan een leukemie veroorzaken. (Leukemie; Tumoren van de witte bloedcellen), het virus tast het immuunsysteem aan waardoor ze gevoeliger worden voor infecties. Een kat die deze ziekte heeft kan dit doorgeven d.m.v sociaal contact via speeksel en het kan ook door bijt/vechtwonden.
Symptomen Tumoren, Bloedarmoede, Vermageren, benauwdheid, koorts, sloom, zwelling van lymfeklieren, oogontsteking, slecht eten, voortplantingsproblemen en verlammingsverschijnen. Het is afhankelijk van waar de tumoren zich bevinden en welke organen aangetast zijn, welke klachten de kat krijgt. Felv is niet te behandelen

Fiv = kattenaids Fiv kan alleen de kat besmetten dus niet de mens, het is geen zoonöse. Het virus wordt overgebracht via bloedcontact dus via bijt en vechtwonden De ziekteverloop is vergelijkbaar met de HIV bij de mens. Het virus tast het immuunsysteem aan waardoor de kat gevoeliger wordt voor infecties Helaas is Fiv niet te genezen, maar de therapie is om de infecties te onderdrukken met antibiotica. Felv en Fiv worden beide gediagnoseerd via het bloed doormiddel van een Snaptest®.

PKDef= Pyruvaat Kinase Deficientie Pyruvaat Kinase is een enzym die een belangrijke rol speelt bij de energieproductie voor de rode bloedcellen. Bij lijders van PKDef is dit enzym niet aanwezig. Waardoor de rode bloedcellen veel sneller afbreken en zo kan er dus bloedarmoede ontstaan. Andere symptomen kunnen zijn; zwakte bij inspanning, hartruis en een vergrote milt.
Zie de uitgebreide informatie op onze andere pagina --> Wat is Pyruvaat Kinase Deficientie

GSD type IV = Glycogeenstapeling GSD type IV is een afwijking waarbij de overtollige suikers in het lichaam niet op de juiste manier worden opgeslagen. Bij gezonde dieren wordt suiker opgeslagen als glycogeen, dat bij inspanning direct weer beschikbaar komt. het enzym dat hierbij betrokken is wordt aangeduidt met GBE. Bij lijders van GSD type IV is deze GBE niet aanwezig. hierdoor ontstaan ophopingen in organen en kan zelfs leiden tot uitval van organen.